<< Terug naar de inhoudsopgave
Die kok is een scheetje. Met vier letters. Dus waar denk je dan aan…
Kok… Sieme-Jan, Aad, Cor, Richard. Allemaal te veel letters. De tweede letter is een ‘i’. Dat kan Lida zijn. Zij kookt altijd voor ons. Ik kook eigenlijk nooit. Dat heb ik van mijn moeder. Die hielt ook niet van koken. We aten dan ook vaak groente uit blik. Lekker makkelijk en snel klaar.
Ik vind de derde letter, een ‘n’. Lida valt af. Ik bedoel niet ‘afvallen’, ze komt juist ‘aan’. Haar naam valt af. Daar zit géén ‘n’ in.
Dan is het toch iets met ‘scheetje’. Lida is wel mijn ‘scheetje’… Ik bedoel ‘schatje’. Ze laat wel scheetjes. Ik ook, maar die ruiken minder vies. “Opa, oma laat een windje!” Toch fijn die kleinkinderen.
Het woord is ‘wind’ van kok ‘Pierre Wind’.
Dat het oplossen van een cryptofilippine een verhaal voortbrengt had ik niet bedacht. “O ja, ik heb dit wél zelf bedacht.”